Kalbarri

Vanuit Kalbarri heb je toegang tot het Kalbarri National Park dat grotendeels rond de Murchison River ligt. Ze hebben hier enorme stalen platforms gemaakt (skywalks) waar je een mooi uitzicht hebt op de Murchison River en het omringende landschap.

Normaal bestaat er ook de mogelijkheid om helemaal af te dalen naar de rivier en een wandeling te doen door de kloof maar gedurende de zomer is deze gesloten vanwege de hoge temperaturen. Wanneer ik er ben is het bovenaan de kloof bijvoorbeeld maar 27 graden met harde wind maar beneden loopt de temperatuur al snel op tot boven de 40 graden, is het windstil en nergens schaduw. De maatregel om er in de zomer geen mensen meer toe te laten lijkt verstandig.

In plaats daarvan maak ik de wandeling langs de verschillende uitkijkpunten. Ondanks de harde wind heb ik erg veel last van de vliegen die hier in grote getale aanwezig zijn. Het is voor het eerst sinds het begin van mijn reis in Darwin dat ik het vliegennet gebruik. Die heb ik gelukkig niet helemaal voor niks gekocht!

Een heel ander gedeelte van het National Park bestaat uit een ruige en onherbergzame kustlijn waarlangs in het verleden ook regelmatig Nederlandse VOC schepen zijn verongelukt. De Zuytdorp, de Zeewijk en eerder ook de Batavia alhoewel de laatste twee verongelukten op een rif bij de Albrohos Eilanden ongeveer 70 kilometer uit de kust. Een monument op een duin bij Kalbarri herinnert aan deze schipbreuken.

Ik maak verschillende wandelingen langs de kust die ruig, onherbergzaam maar erg mooi is. Het doet mij een beetje denken aan de zuidkust van Australie toen ik de vorige keer van Melbourne naar Adelaide reed over de Great Ocean Road. Op mijn wandelingen kom ik veel Kangoeroes tegen die in eerste instantie heel nieuwsgierig blijven kijken en vervolgens wanneer je wat dichterbij komt ogenschijnlijk moeiteloos langs de rotsen weg springen.

..

Op een van die wandelingen kom ik bij Wattacarra Creek waar zich de plek bevindt waar een tweetal muiters van de Batavia in 1629 voor straf door de commandeur van de voormalige Batavia zijn achtergelaten. Ironisch genoeg worden zij gezien als de eerste permanente blanke bewoners van Australië. Er is overigens nooit meer iets van ze vernomen.

Wanneer je daar rondloopt en ziet hoe verlaten en afgelegen het is kun je je een beetje voorstellen hoe die zich gevoeld moeten hebben.

Het weer is inmiddels omgeslagen, de temperatuur gezakt tot beneden de 20 graden en het regent af en toe. Kortom het is weer tijd om verder te reizen. De volgende stop is Geraldton, de eerste serieuze stad sinds Port Hedland.









